Van het opstellen van huurovereenkomsten tot advisering, bemiddeling en procederen bij huurgeschillen
Van aan- en verkoop tot exploitatie
Alle juridische aspecten die met vastgoed en bouwrecht te maken hebben
Alle juridische vragen die met contracten, algemene voorwaarden en incasso's te maken hebben
Tijdelijke inhuur van een projectjurist
Onze wetgever moet uiterlijk op 1 augustus 2022 de regels uit de Europese richtlijn ‘transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden’ (hierna: richtlijn) in de Nederlandse wet verwerkt hebben. Deze regels hebben onder andere gevolgen voor het studiekostenbeding. Wat verandert er en hoe kunt u zich er als werkgever op voorbereiden?
Richtlijn. De richtlijn stelt nieuwe minimumrechten en nieuwe regels vast over de informatie die werknemers moeten krijgen over hun arbeidsvoorwaarden. Zij is van toepassing op alle personen die meer dan 3 uur per week werken in een periode van 4 weken.
Informatie. Op grond van de richtlijn zijn werkgevers verplicht om hun werknemer vanaf de eerste werkdag te informeren over belangrijke zaken van de arbeidsovereenkomst, zoals wie de werkgever is, het basissalaris en de duur van een werkdag of -week.
Minimumrechten. Verder wordt in de richtlijn bepaald dat werknemers het recht hebben om buiten hun werkrooster voor een andere werkgever te werken. Ook is de proeftijd beperkt tot maximaal 6 maanden. De richtlijn geeft de werknemer het recht om na 6 maanden gewerkt te hebben bij dezelfde werkgever, te vragen om beter voorspelbare arbeidsvoorwaarden. Tot slot staat in de richtlijn dat de werknemer recht heeft op een kosteloze opleiding als die door de wet wordt opgelegd.
Scholingsplicht. Voor sommige beroepen bestaat er een scholingsplicht, zoals de beroepsopleiding of permanente opleiding voor bijvoorbeeld docenten, advocaten, huisartsen, fysiotherapeuten, etc. Werkgevers zijn op grond van de huidige wetgeving verplicht om werknemers op hun kosten een opleiding te laten volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie. Vaak wordt voor deze kosten een studiekostenbeding opgenomen in de arbeidsovereenkomst.
Studiekostenbeding. Dit is een artikel in de arbeidsovereenkomst waarin staat dat de kosten die voor een opleiding worden gemaakt door de werkgever op de werknemer verhaald worden, als de werknemer vertrekt vlak nadat de werkgever betaald heeft voor de scholing. Vaak worden de studiekosten die verhaald worden stapsgewijs afgebouwd naar mate de werknemer langer in dienst blijft.
Richtlijn en studie. In de richtlijn is opgenomen dat een studie kosteloos moet worden aangeboden door de werkgever als deze studie verplicht is op grond van de wet of een CAO. Zodra de richtlijn geïmplementeerd is op 1 augustus 2022, is het derhalve niet meer toegestaan om deze studiekosten middels alsnog te verhalen op de werknemer. Als dat immers wel zou mogen, dan zou de opleiding niet meer kosteloos zijn.
Overgang. Het is vanaf de implementatie niet meer toegestaan om kosten van noodzakelijke studies bij de werknemer in rekening te brengen. Worden de kosten vóór de implementatie gemaakt, dan is op dit moment nog onduidelijk of die kosten wel op de werknemer verhaald mogen worden als de werknemer op of na implementatie uit dienst treedt. Daarover is nu nog een wet in behandeling bij de Tweede Kamer. Als de werknemer vóór implementatie uit dienst treedt, geldt de bestaande wet en mogen de kosten wel met het studiekostenbeding verhaald worden.
Verplicht. Daarnaast gaat richtlijn alleen over verplichte scholing. Een studiekostenbeding is derhalve wel mogelijk als de werknemer een opleiding heeft gevolgd die niet verplicht is.
Tip. Stel nu reeds een studiekostenbeding op voor de arbeidsovereenkomsten die u aangaat, die na 1 augustus 2022 eindigen (bepaalde/onbepaalde tijd) en waarin enkel staat dat niet noodzakelijke opleidingen op werknemer verhaald worden bij zijn vertrek.
Het studiekostenbeding is enkel nog toegestaan bij niet noodzakelijke opleidingen. Noodzakelijke opleidingen komen voor rekening van de werkgever. Pas hierop het studiekostenbeding tijdig aan.